31 mei 2012

Yoghurtcake met bosbessen

Ik beticht de Fransen ervan, naast een enorm gevoel van eigenwaarde, een bepaald gen te bezitten dat hen in staat stelt de heerlijkste patisserie te creëeren. Stap een willekeurige patisserie/boulangerie in Parijs binnen en daar liggen ze te blinken: sappige frambozen op een romige doch knapperige bodem van kruimeldeeg, van goudgele, crème patissière verzadigde soezen, afgewerkt met een blinkende laag chocolade, knapperige lichte sablés voorzien van een delicaat suikerrandje, ... (*slik*)

Sorry maar bij' 't Stokbroodje' om de hoek hebben ze dat toch niet hoor. Om mijn zoete zondes dan maar digitaal te bevredigen, surf ik regelmatig naar 'Chocolate and Zucchini' de u wellicht alom bekende, heerlijke Franse blog met gebakvoorschriften waarvan je alleen al je computerscherm zou willen aflikken.


Al bladerend en kwijlend, botste ik op Clothildes' recept van yoghurtcake met bosbessen. Fan zijnde van beide ingrediënten, leek het me geen slecht idee dit eens uit te proberen.

Clothilde spreekt over 'un pot de yaourt' die dan 125 ml yoghurt bevat maar blijkbaar hebben Belgen er iets op tegen om yoghurt in ml uit te drukken en doen ze dat bij voorkeur in gram. Goed dan, tegen alle regels van de patisserie in, een beetje zitten gokken en maar in het wilde weg aan de slag gegaan. Straks meer daarover maar eerste het correcte recept:
- 2 'pots' yoghurt van 125 ml. Zijnde volgens mijn schattingen ongeveer 250 gram yoghurt (gewone, natuuryoghurt)
- 200 gram bruine suiker
- 80 ml koolzaadolie (of zonnebloemolie)
- 200 gram gezeefde bloem
- 80 gram amandelpoeder
- 3 eieren
- 1 theelepel bakpoeder
- snuif zout
- 300 gram bosbessen (ik nam de bevroren versie, die moet je niet ontdooien voor gebruik)

Verwarm de oven voor op 180° en vet en bebloem een cakevorm (ik nam een ronde springvorm).
Doe de yoghurt bij de olie en de suiker en voeg één voor één de eieren toe, onderwijl steeds mengend. Maak daarna de droge mix door de bloem, het bakpoeder, het zout en het amandelpoeder onder elkaar te roeren. Voeg de droge ingrediënten beetje per beetje bij de natte maar 'overmeng' niet.
Giet de ene helft van het deeg in de vorm en bedek met de helft van de bosbessen. Giet er vervolgens de andere helft over en werk af met de laatste bosbessen.

Bak 50 minuten op 180° tot de korst goudbruin ziet.

Wat hebben we nu geleerd? Er is een reden waarom de Gouden Regel in de Patisserie luidt: Meet Alles Goed Af!!
Mijn cowboystijl bij het maken van dit gerecht, resulteerde namelijk in een cake die:

1. op sommige plaatsen bitter smaakte
2. op andere plaatsen dan weer zoet smaakte
3. maar die over het algemeen vooral naar bloem proefde
4. en die ook niet genoeg gebakken was.

Ik probeer dit recept binnenkort zeker opnieuw want in mijn hart geloof ik nog steeds in de genetische superioriteit van de Fransen (op dit vlak dan toch) en lijkt me dit een topcombinatie.


28 mei 2012

Piña Colada Muffins

Zoals reeds eerder vemeld, ben ik fan van het geven van huisgemaakte geschenkjes. Let wel, met alle respect voor Martha Stewart, deze hobby beperkt zich tot het af en toe verlegen overhandigen van een huisgemaakt baksel (onderwijl blozend en stamelend: 'het is een probeersel hoor, als je het niet lust, niet erg hé, dan eet je het niet op, of geef je het aan de hond ofzo, euhm, je ziet maar, ...).
Zelf kerstballen blazen zit er dit jaar dus nog niet direct in...


Afgelopen zaterdag mochten we ons verheugen op een dinertje bij vrienden en als alternatief voor het tradionele boeketje bloemen kwam ik op het idee van een 'Verwenmand'. Zoals de naam mogelijks doet vermoeden, gaat het hier om een mand die je vult met spulletjes/ingrediënten/baksels/brouwsels/... waarvan je vermoedt dat je er je gastheer-en vrouw mee kan verwennen.

De onze bestond uit enkele streekbiertjes voor de gastheer, een flesje rood, wit en bubbels voor de dame, een lolly voor de zoon en dus enkele muffins (eventueel voor de hond). Ik had nog ananas liggen en de tropische temperaturen van dit weekend indachtig, ging ik voor een gewaagde 'piña colada muffin', bestaande uit ananas, kokos en een geutje rum.

Wil je graag ook eens in een cocktail bijten, dan is dit het recept:

- 180 gram bloem
- 70 gram amandelmeel
- 10 gram bakpoeder
- 150 gram bruine suiker
- snuifje zout
- de zaadjes van een vanillestok
- 3 eieren
- 150 ml melk (ik nam 75 ml amandelmelk en 75 ml vanilleyoghurt)
- 150 gram koolzaadolie
- 3 soeplepels kokospoeder
- 3 soeplepels ananas in blokjes
- een dopje (of twee) rum

Meng de bloem, het bakpoeder, de suiker, het zout, de kokos en de vanille. Klop de eieren los en meng met de melk, de yoghurt en de olie door het droge mengsel. Meng er de ananas onder en de rum.
Vet de muffinvrompjes in en bebloem deze (of doe zoals ik deed: bekleed ze met bakpapier en giet daarin het mengsel).
Vul de vormpjes voor 3/4 en bak gedurende 22 minuten in een voorverwarmde oven op 200°. Het zou kunnen dat je muffins, door het fruit, iets langer nodig hebben maar doe dan gewoon de priktest.

Impressies van een eerste zomeravond

Zoals naar schatting 99% van de Belgische bevolking, besloten ook wij vrijdagavond de eerste zomerdag te vieren door Beste Vriend Barbeque boven te halen. Nu moet je weten dat ik normaalgezien absoluut geen fan ben van een gemiddelde bbq aka 'worstenparade'. Ik weet niet precies hoe het zo gegroeid is (of het misschien uitsluitend een West-Vlaams fenomeen is?) maar bbq's zijn de dag van vandaag synoniem voor het opkopen van een heel zwijn en dat in al zijn mogelijke gedaantes op de grill zwart blakeren. Vervolgens kap je dit onfortuinelijke biggetje in een schaal en dien je het op met een verdwaald blaadje sla, een verward sneetje komkommer en een schizofreen schijfje tomaat. Oh ja vergeet vooral niet dit smakelijke palet te overgieten met mayonaise, andalouse, bearnaise, cocktail en liters liters ketchup. Smullen maar!!

Nee bedankt dus. Laat ons terug gaan naar de essentie en het fenomeen bbq strippen van al zijn overdaad en smakeloosheid. Laat ons gewoon opteren voor 1 prachtig, mooi stukje vlees (of  vis) en dat op zijn gemak, met aandacht voor gaartijd en kruiding, laten grillen boven withete kolen, onderwijl zijn heerlijke, natuurlijke geuren prijs gevend.

Entrecote (van slagerij Mylle te Kortrijk, gekruid terwijl u wacht)


Daal nog verder af naar de regionen der eenvoud en simpliciteit en serveer dit enkel met een knapperig, frisgroen slaatje en een stukje warm geurend boerenbrood.

Salade met rucola, veldsla, zongedroogde tomaat, avocado, parmezaan en kruiden



Brood met olijolie en dipper kruidenmix van Oil & Vinegar

Laat dit  stukje puur natuur eventueel vooraf gaan door enkele eenvoudige, zomerse en pure hapjes en geef een extra dimensie aan deze zinnenprikkelende ingrediënten door ze te nuttigen met een slokje veredeld druivensap.


De Oerbruschetta: met blokjes tomaat, pijpajuin, basilicum, olijfolie en balsamicoazijn



Rode wijn


Ga er achteraf eens goed bij zitten en vraag je, mijmerend starend in de knetterende vlammen af wie er in godsnaam 's morgens ooit wakker werd en dacht dat een witte pens, gevuld met kaas en omwikkeld met spek wel eens een supergoed idee zou kunnen zijn.

De BBQ na afloop wanneer de rooster er af gaat en we met blokken hout een geslaagde imitatie van een kampvuur trachten weer te geven


22 mei 2012

Asperges met vanille en zalm

Onder het motto: 'ga eens wild', bedacht ik gisteren dat asperges en vanille (toevallig twee van mijn lievelingssmaken) mogelijkserwijze goed te combineren zouden kunnen vallen. En dat bleek ook zo te zijn. Natuurlijk zou ik niet adviseren de helft van je potje vanille-essence in je saus te kappen maar zo'n subtiel vleugje werkt naar mijn mening wel.

Eigenlijk moet ik bekennen dat ik me af en toe aan een foodpairing-experimentje durf wagen en dat die meestal al goed uitgedraaid zijn. Zo vernoemde Mr. J. Oliver eens tussen de lijnen dat een snuifje koffiepoeder, een likje honing en een blokje manchego een mooi trio vormen. Ik heb het dadelijk geprobeerd en prompt mijn selderijzout weggegooid.

Tijdens de feestdagen ontdekte ik de Wondere Wereld Der Granaatappel en combineerde de olijk ogende pitjes graag met een sneetje gerookte eendenborst en een streepje vijgencrème.

Hebben jullie nog ongewone (doch: succesvolle) combinaties te melden?




Trouwens: ligt het aan mij of zijn asperges echt ongelofelijk on-fotogeniek? Zal wel aan mij liggen. En aan het feit dat de goeie camera een platte batterij had en de GSM toch geschikter is om te bellen dan om foto's te nemen.


- 1 bundel asperges
- het kookvocht van de schillen en de harde uiteinden
- Alpro soja light room (ik denk wel dat volle room hier lekkerder zou zijn geweest. De soja heeft nogal een specifieke smaak, wat je eigenlijk niet nodig hebt met de vanille)
- een scheutje witte wijn
- een half vanillestokje
- 1 zalmmoot per persoon


Kook de asperges gaar in een deel van het kookvocht. Maak een sausje door kookvocht, witte wijn en room te laten inkoken. Kruid af met peper en zout en schraap de zaadjes van de vanillestok in de saus.

Kruid de zalmmoten met peper, zeezout en wat dille. Besprenkel met olijfolie en grill in de oven gedurende een 8-tal minuten (ik heb graag dat de vis nog wat rauw is vanbinnen maar dat is ieder zijn meug natuurlijk. als je hem graag doorbakken hebt, laat je hem wat langer garen in de oven).

Schik de asperges in een bord, leg er het stukje vis naast. Of op. Best niet onder, zou raar zijn.
En werk af met de saus.

Ik heb er nog wat geblancheerde spinazie bij gegeven gewoon omdat ik nu eenmaal graag groenten eet.

Stel nu dat jij iemand bent die zijn koolhydraten nodig heeft, dan denk ik dat je hier ook een lekker pastagerechtje van kan maken.

21 mei 2012

Zuiderse groententorentjes

Dit is mijn persoonlijke favoriet voor wanneer ik volk over de vloer heb. Ik heb het recept gevonden op deze blog en een klein beetje aangepast. Ik serveer ze meestal met een zuiders smakende vis (laatst: rode poon), een paprikacoulis en en de pesto van het moment (laatst: spinazie-rucolapesto).
Ze zien er spectaculair uit en zo smaken ze ook.


- 1 courgette
- 1 aubergine (neem één die niet te breed uitgaat anders is het verschil in rondjes te groot)
- een kopje geraspte parmezaan
- 4 eetlepels bloem
- 1 ei
- enkele takjes rozemarijn
- 3 tomaten, ontveld
- 1 sjalot
- 1 teentje look
- olijfolie
- 1 el witte wijn azijn of balsamicoazijn
- peper en zout

Maak een tomatensausje door sjalot en look aan te stoven in wat olijfolie. Snij de tomaten in blokjes en stoof mee. Voeg de azijn toe en kruid af. Laat niet te lang stoven want de saus mag niet te lopend zijn.

Snij de courgette en de aubergine in schijfjes. Meng de parmezaan met de bloem en klop het ei los. Wentel de schijfjes eerst in het ei en daarna in het parmezaanmengsel. Bak de schijfjes aan in olijfolie en laat ze uitlekken op wat keukenpapier.
Bouw torentjes door de schijfjes af te wisselen met een lepel tomatensaus. Hou ze samen door er een rozemarijntakje in te steken.

Bak ze af gedurende een kwartier in een voorverwarmde oven op 190°.

14 mei 2012

Linzensalade met auberginekaviaar

Ok; ik heb er absoluut géén idee hoe Mr. Ottolenghi erin slaagt om zijn voesel zo fotogeniek te maken. We hebben het hier tenslotte over linzen, broccoli, bloemkool en (de Quasimodo onder food-fotmodellen) aubergine. Natuurlijk, de aubergine is prachtig wanneer je hem rauw in zijn paars velletje ziet blinken maar heb je de ingewanden van dat ding al eens beken nadat je hem, doorprikt als een heroïnejunk, een uur hebt laten sudderen onder de grill? Not pretty.
Maar lekker?? Dat dan weer wel.

Dus in afwachting van een briljante foodstyliste die gratis en voor niets, uit pure sympathie, mijn food komt pimpen, alsnog deze foto. Gewoon omdat de smaken heerlijk zijn. En voor die gift aan de mensheid, danken wij u andermaal, beste Yotam.


Ps: wat volgt is een vrije interpretatie van zijn recept. Misschien ziet het er allemaal uit alsof het nog niét is opgegeten wanneer je trouw Zijn instructies volgt.

Voor de auberginekaviaar:
- 1 grote aubergine
- een teentje look
- sap van een kleine halve limoen
- wat korianderzaadjes (naar smaak)
- fleur de sel en zwarte peper
- een handvol verse koriander

Doorprik de aubergine, besprenkel hem met wat olijfolie en laat hem een uur grillen in de oven op 190°. Draai af en toe om zodat alle kanten mooi zwart kunnen blakeren. Wanneer de aubegine enigzins afgekoeld is, snij je hem open (niet moeilijk, je kan hem openscheuren als je wil) en lepel je er het warme vruchtvlees (aka 'kaviaar') uit. Dit meng je met de fijngesneden look, het limoensap en de kruiden.

Voor de linzensalade:
- een blik linzen (maar je kan ook minder lui zijn en gedroogde linden, weken, koken etc)
- een pijpajuintje
- een teentje look
- een rode chilipeper, ontdaan van zaadjes en zaadlijsten
- een handvol verse koriander
- een scheutje witte of rosé wijn als je dat per toeval bij de hand hebt (witte wijn azijn is ook ok)
- een handvol kerstomaatjes, gehalveerd.
- peper en zout

Neem een pan, doe er wat olijfolie in en vak de look, de chili en de ajuin kort aan. Blus met de wijn. Doe er de linzen in en roerbak het geheel (zeker niet te lang, anders krijg je linzenpuree en dus nog een slechtere foto). Voeg er op het laatste de tomaatjes en de koriander bij en kruid af.

Schep de warme linzensalade op een bord en garneer met een dot auberginepuree. Verbaas je erover alle simpele heerlijkheid van dit gerecht.

Allround Koekjesrecept

 Noem mij een driftkikker (en wees zoals mijn echtgenoot) maar er zijn heel veel dingen in het leven waar ik me ongelofelijk kan in opjagen. Een willekeurige greep uit het aanbod:

- Hollywoodsterren die maatje dubbel nul hebben en vrolijk in ieder interview beweren dat ze 'goede genen hebben'. Uhuh...
- Gezellig aan het fietsen zijn en uit het niets een autoportier in je gezicht krijgen.
- Zwaantjes (de blauwe, niet de dieren) die je doen stoppen, je 'Juffrouwtje' noemen en je vervolgens 150 euro boete geven omdat je met je fiets het hoekje om geslaan hebt terwijl het rood is.
- Ergens echt dringend naartoe moeten, supergehaast en gestresseerd zijn, een baantje inslaan en merken dat je achter een traktor rijdt op een eenvaks-baan
- 's Morgens naar het werk fietsen, in een plensbui terecht komen, een jeansbroek aanhebben en bijgevolg de hele dag zo'n wak geval rond je benen geplakt hebben
- Heel veel zin hebben in fastfood humus van de Dehlaize en in de winkel merken dat alle potjes uitverkocht zijn
- Een heel leuk etentje met vrienden in je agenda hebben staan, er weken naar uit kijken en op de dag zelf wordt er afgebeld omdat de man ziek is (ik weet het, ik ben een onmens, niemand kan daar aan doen maar ik haat het als leuke dingen agfezegd worden op het laatste moment)
- Niet oplettend de tv-theek op je televisie uitkuisen en per ongeluk je lievelingsprogramma wissen

En zo kan ik lang doorgaan. Het lijstje wisselt zo ongeveer elke dag qua inhoud.

Gelukkig zijn er ook dingen die ik leuk vind. Zoals home-made presents. Krijgen én maken. En daarom dit allround koekjesrecept. Het is het meest basale, eenvoudige recept die je je kan inbeelden maar je kan er eindeloos mee variëren. Als extra cadeautje voor moederdag ben ik er creatief mee aan de slag gegaan en kon ik niet alleen mijn moeder maar ook mijn-recent-moeder-geworden- zus blij maken.

En dat kan jij vanaf nu dus ook.


- 250 gram bloem
- 125 gram roomboter
- 125 gram suiker
- de zaadjes van een vanillestokje
- een snuifje fleur de sel

Doe de bloem met de suiker in een mengkom. Voeg het zout en de zaadjes toe.Snij er klontjes boter door en meng alles met je handen tot je een homogeen deeg krijgt. Rol het deeg in een worst en in plastiekfolie en plaats een uurtje in de koelkast tot het koud is. Rol de deegworst (verschrikkelijk onsmakelijk woord) door de suiker en snij schijfjes. Bak af in een oven van 180° tot de randjes goudbruin zien en er zich een heerlijke geur in je huis verspreidt. Reken op een 15 à 20 minuutjes.

En nu moet je dus je creativiteit laten werken hé. Voor mijn laatste baksels heb ik bijvoorbeeld de gewone bloem door volkoren bloem vervangen en heb ik gemalen noten en fijngehakte rozijnen door het deeg gedaan. (zie donkere koekjes op de foto)
De lichte koekjes werden gemaakt met 125 gram amandelpoeder en 125 gram gewone bloem. Ik heb er ook geraspte appel onder gemengd.
Eerdere creaties: basisrecept+ citroenzeste. Basisrecept + confituur. Basisrecept+ fijngehakte, gedroogde vijgen. Basisrecept + chocoladerasp. Basisrecept+... Je snapt wel wat ik bedoel hé.

Onderstaand zijn de pakjes  waar ik de koekjes in verpakte. Ik gebruikte bakpapier voor een artisanale (en goedkope) look. Mijn familie is nu eenmaal snel onder de indruk...

11 mei 2012

Foodblogevent, inzending 2: Champagnesabayon

Het is geen gemakkelijke keuze maar stel, hypothetisch, dat iemand een geweer tegen mijn hoofd zou houden en me op die manier zou dwingen om één lievelingsdessert uit te kiezen (ik zei 'hypothetisch' hé, niet 'realistisch') dan zou ik waarschijnlijk gaan voor sabayon. Er is iets aan de magische combinatie van suiker, drank en eieren waar ik helemaal verknocht aan ben (ik gok: 'drank').


Combineer het Magische Mengsel eens met aardbeien. Je zal zien wat ik bedoel.

Voor vier personen:

- 5 eierdooiers
- 3 eierdopjes champagne (of andere bubbels)
- 4 dopjes suiker (of: 3 dopjes gewone suiker en 1 dopje vanillesuiker)
- aardbeien

Klop de dooiers met de champagne en de suiker koud. Plaats het pannetje vervolgens op een heel zacht vuurtje en zet het betere arm-en polswerk in om een luchtige sabayon te creëeren.
Schik in een glas wat stukjes aarbei en giet er de warme sabayon over. Dien onmiddellijk op.

Vergeet rijstpap, I'll take sabayon met gouden lepeltjes anytime...

Lamsnavarin

Zoals eerder vermeld werd dit gerecht bereid naar aanleiding van de 31ste verjaardag van mijn wederhelft. Het recept komt uit het kookboek 'Claudia kookt voor vrienden' van Claudia Allemeersch (de eerste beste hobbykok) en de eerlijkheid gebiedt me om te zeggen dat ik eigenlijk al lang een excuus zocht om dit gerechtje te maken. Hoe kan het ook anders als Miss Allemeersch het zelf bezschrijft als 'voor dit gerecht kreeg ik een halve Michelinster'. Het recept werd door tal van andere foodbloggers reeds gemaakt en goed bevonden (zie: 'One life live it' en 'Cuberdon en Macaron') en nu kan ik zelf naar eer en geweten zeggen: Maak dit gerecht en je zult er geen spijt van krijgen'.
Nee, ik ben geen onmens en ja, als ik 's morgens door de West-Vlaamse landerijen naar het werk fiets en die kleine, schattige, wollige, huppelige lammetjes zie denk ik wel eens van 'hm'. Maar daar blijft het dan ook bij. Op vlak van eten heb ik bitter weinig last van schuldgevoelens mits (en dat is een grote mits) je het dier eer aan doet. Ik krijg bijvoorbeeld letterlijk pijn in het hart van een met uitsterven bedriegde tonijnfilet die compleet uitgebakken en van alle smaak ontdaan op mijn bord verschijnt. Soortgelijk verhaal met lam. Respecteer het product. Dat is alles wat ik verlang. En dat doet Mevr. Allemeersch in elk geval in haar recept.


- 250 gram lamsschouder per persoon (ik nam ze met been eraan, ik meen me vaag te herinneren dat in het been de smaak zit)
- olijfolie
- boter
- 1 blikje tomatenpuree (zo'n groot blikje, niet van die kleintjes)
- 1 grote eetlepel graanmosterd
- 4 wortelen
- 6 sjalotten (of 4 ajuinen als je, zoals ik, geen sjalot meer in huis hebt)
- 1 bakje champignons
- bloem
- een paar takjes tijm (Claudia vraagt ook citroentijm maar die had ik niet dus heb ik wat meer gewone tijm gecombineerd met de zeste van een citroen)
- een goede scheut witte wijn
- 1 dl kalfsfond (als je het geluk hebt om, zoals i in de buurt van topslager Dujardin te Kortrijk te wonen, dan vraag je naar hun zelfgetrokken kalfsfond)
- laurier
- peper en zout

Korst het vlees in de pan in half boter, half olijfolie en kruid goed af met peper. Leg de stukjes vlees vervolgens in een gietijzeren pot (Creuset! Creuset! Creuset!) en overstrooi met bloem. Meng alles goed door elkaar.
Bak in dezelfde vleespan de ajuin aan en voeg deze vervolgens bij het vlees. Zet de pot op een zacht vuurtje en voeg wortels, tomatenpuree, witte wijn, mosterd en kalfsfond toe. Leg bovenop de tijm, laurier en de look. Laat wat sudderen.
Plaats de pot vervolgens in een voorverwarmde oven van 150°.  Volgens het kookboek is het voldoende als je hem daar 2 uurtjes laat in staan maar die van mij heb ik er bijna drie uur in gezet. Om de drie kwartier heb ik het hele boeltje eens omgeroerd (en geproefd. Het zou immers compleet onverantwoord zijn om mijn liefste een ondermaats verjaardagsmaal voor te schotelen)
De champignons heb ik niet, zoals in het recept staat, eerst apart aangebakken maar heb ik zer op het eidne zo aan toegevoegd. De warmte van de stoofpot zorgt wel dat ze garen. Daarbij komt nog dat ik de stoofpot de dag voordien heb klaargmaakt zodat de smaken een nachtje konden 'trekken'.
Heb ik al vermeld dat het echt heel lekker was?? En dat kan ik zonder vals gevoel van bescheidenheid beweren aangezien alle eer naar De Beste Hobbykok Van Vlaanderen gaat. En terecht.

Bijgerecht was een warm, knapperig afgebakken rustiek stokbroodje en een schoteltje kwaliteitsolijfolie met daarin wat n'dipperkruiden' van Oil & Vinegar onder gemengd.
En Chianti. Een hele fles Chianti.

Noot: stoofpotjes vallen écht niet makkelijk smaakvol te presenteren. Gelukkig ben ik er zeker van dat ik met mijn retro toefje peterselie heel de boel gered heb....

9 mei 2012

Vlaamse Asperges met een Twist

Vrijdag is het The Husbands' verjaardag. Omdat hij theatertechnieker is en met iedere theatertournee mee dient te reizen, kunnen we helaas al zes jaar zijn verjaardag niet op de dag zelf vieren. Mei  is blijkbaar een populaire maand om wat culturele dampen op te snuiven.

Compromis: op de vooravond van zijn 31ste verjaardag houden we 'candle light dinner' thuis. Omdat je, eens je jezelf een dertiger kan noemen, je officieel volwassen bent, worden verjaardagen niet noodzakelijkerwijs meer gevierd met liters stella op café en een na-middernachtelijke pita.  Dergelijke bacchanalen sparen we voor het fééstje volgende week (hij is 30 hé, geen 80)...

Maar morgenavond spelen we dus van 'grote mens' en gaan we de fancy tour op bubbels en (hopelijk) een lekker, mediterraans stoofpotje.

Hier is alvast een voorsmaakje. Het recept volgt later (of valt nu al na te lezen op tal van andere blogs en/of kookboeken)



Waarom nu de titel 'asperges' hoor ik je vragen. En terecht, want als ik in bovenstaande asperges met ei zou gedraaid hebben, dan ben ik verschrikkelijk fout bezig met pretenderen dat mijn kookkunsten voldoende goed zijn om een blog op te starten.

De asperges kwamen gisteren op tafel. Ik bedacht een kleine variant op de klassieker 'a la flamande'. Het gekookte eitje verving ik door een eiersalade, ik voegde er wat fijngesnipperde Breydelham aan toe en de gehakte peterselie maakte plaats voor een peterseliecoulis.

De eiersalade bestond uit twee gekookte eitjes met wat mayonaise (qua begin van eiersalade zit je met die formule altijd goed). Het mengsel werd op smaak gebracht met een gesnipperd lente-uyitje, wat peterselie en dragon en natuurlijk peper en zout.
De coulis werd gemaakt door een een goede handvol peterselie te blancheren en deze vervolgens glad te mixen met wat kookvocht en een goede scheut koolzaadolie. Wederom: peper en zout misstaan nooit als afkruiding van een sausje.
Vermoedelijk leidt het ons te ver om uitgebreid te gaan beschrijven hoe de ham fijngehakt dient te worden en op welke wijze de asperges te water worden gelaten. Dus houden we het hierbij.
Ondanks de foto, was het geheel verre van onsmakelijk.




6 mei 2012

Plagiaat uit Ibiza

Zoals eerder beloofd, het schaamteloos gekopieerde hapje uit El Zaguan, de pinchosbar in Ibiza waar ik menig gelukzalige uren spendeerde.

















Nodig:
- een ciabatta of artisanaal stokbrood
- enkele ansjovisreepjes
- enkele kappertjes
- een hardgekookt ei
- een tomaat in schijfjes gesneden
- een hand(je)vol peterselie, fijngesnipperd
- een sjalot, fijngesnipperd.

Snij het brood in plakjes, besprenkel met olijfolie en bak af. Beleg met een schijfje ei, een schijfje tomaat, een reepje ansjovis en werk af met de peterselie/sjalot/kappertjes.
Laat je niet misleiden door de eenvoud van het recept en de ingrediënten want deze smaken gaan gewoon heel goed samen.

Abrikoos en geitenkaas

Opnieuw een supersnel hapjesrecept:
















Koop een paar gedroogde abrikozen (wanneer je daarvoor graag het driedubbele betaalt van wat ze werkelijk kosten, rij richtring Delhaize. Indien niet: loop de eerste beste Noord-Afrikaanse buurtwinkel binnen en vul een zakje).

Koop een rolletje smeuïge geitenkaas. Snij een kruis in de abrikozen en 'plooi' ze open. Vul met wat geitenkaas en werk af met basilicum of tijm.
Zet eventjes onder de grill tot de kaas gesmolten is. Et voila.

Foodblogevent: aardbeientaartjes 0.1 en 0.2

Met veel plezier ging ik in op de vraag van Caroline om deze maand deel te nemen aan het foodblogevent met als thema 'aardbeien'. Ik heb me gebaseerd op een klassieker en er een eigen twist aan proberen te geven. Voor beide versies gebruikte ik kruimeldeeg als bodem (ik geef toe, ik heb even met het idee gespeeld om zélf mijn kruimeldeeg te maken maken maar 5 seconden later was het moment van zinsverbijstering gelukkig weer voorbij en kocht ik een pak Herta kant-en-klaar).

Beide werden gevuld met een ricotta-mascarponemengsel maar waar versie 0.1 voor puurheid gaat (gewone aarbeien met basilicum) heb ik me voor 0.2 gewaagd aan een combinatie van rabarber en aardbei. Oordeel vooral zelf dewelke uw voorkeur wegdraagt...
















Nodig:

- een bakje aardbeien
- 2 rabarberstengels
- vanillesuiker (naar smaak)
- een pak kant-en klaar kruimeldeeg
- 3 eetlepels mascarpone
- 3 eetlepels ricotta
- een half vanillestokje
- zeste van een halve limoen
- sap van een 1/4 appelsien
- enkele basilicumblaadjes

Snij rondjes uit het kruimeldeeg en bekleed een muffin-bakvorm met de rondjes. Bak af in de oven zoals aangegeven op de verpakking (een hele uitdaging).
Maak intussen de vulling. Meng de mascarpone met de ricotta, de zaadjes van de vanillestok, het appelsiensap en de zeste. Klop smeuïg.
                                                                                                                                                                                     Voor de 'pure' versie (of de luie): snij de aardbeien in schijfjes en meng met basilicum.

















Voor de tweede versie: schil de rabarberstengels, snij ze in fijne blokjes en stoof ze even aan met wat in blokjes gesneden aarbeien , een beetje vanillesuiker (volgens smaak) een paar fijngesneden blaadjes basilicum.

Eens de deegrondjes mooi goudbruin afgebakken zijn, vul ze met het kaasmengsel en werk af met de topping van uw keuze. Eet onmiddellijk op want de combinatie van de nog lichtjes warme korst, het romige kaasmengsel en het fris-zure fruit is onweerstaanbaar. Om de totaalervaring te beleven, gelieve de taartjes dan ook op zijn geheel naar binnen te schuiven.

2 mei 2012

Bruschetta met ham en vijgen






Eén van de eindeloze varianten op het toch wel geweldige fenomeen 'bruschetta'. Verse vijgen, een sneetje hemelse proschiutto en wat balsamico-vijgencrème: killercombo.

- een brood (traditioneel stokbrood of ciabatta)
- een paar vijgen
- een paar sneden gedroogde ham of speck
- een streepje balsamico-vijgenrème (Oil&Vinegar)

Snij het brood in sneetjes van ongeveer anderhalve centimeter dik. Besprenkel met olijfolie. Rooster ze in de oven tot ze kanpperig maar nog niet goudbruin zijn. Snij de vijgen in kwarten. Leg ze op de bruschetta en drapeer er op kunstige wijze de ham over. Zet de bruschetta's even onder de grill tot de ham snapperig is geworden (ook de vijgen zullen hierdoor zoeter worden). Werk af met een streepje balsamico vooraleer te serveren.
Deux Amis (Poperinge)

Blijkbaar hebben al mijn grootouders de taak op zich genomen om mijn culinaire lichtpunt te vormen gedurende de donkerste maanden van het jaar. Immers, in navolging van mijn paternale grootouders, bood ook mijn maternale grootmoeder me een lekker etentje aan in haar habitat (of toch de streek errond). Place tot be was deze keer het veelbelovende restaurant Deux Amis te Poperinge.
De eetgelegenheid is gelegen op een typische 'bachten de kuppe-baan' waar een occasionele traktor nooit ver weg is. Het uitzicht op de Westhoekse heuvels en de glooiende akkers krijg je er gratis bij.

Van dienst zijn Lee Goemaere en Dieter Vandeputte. Dieter leerde de knepen van het vak in 't Oud Sluis en Pegasus. Lee werkte ondermeer in Hostellerie Sint Nicholas. Hun keuken is Frans-Belgisch maar met de moderne twist die een hedendaagse foodie maar al te graag in zijn/haar gerechten terug vindt.

Wat schafte de pot?

Mijn 'bomma' koos voor het maandmenu en om te starten konden we kiezen uit een Kir Royal of een glaasje cava (glaasje cava dus). Het drankje ging gepaard met een bordje tapas bestaande uit olijfjes, zongedroogde tomaatjes en prosciutto.

Daarna volgden de hapjes: Gezien het feit dat ik nog maar net met mijn blog begonnen ben, de prille leeftijd van 27 lentes tel, mijn culinaire bespeigelingen op de achterkant van een couponnetje van de standaard boekhandel schrijf én heel slordig ben, zorgt dat er bijgevolg voor dat ik het desbetreffende couponnetje per ongeluk in de vuilnisbak kieper en dus ook de hapjes niet meer kan beschrijven maar- trust me on this: ze waren HEERLIJK. Mijn troebee geheugen laat me in de steek maar wat ik wel nog weet was dat er sprake was van 3 hapjes en dat er foie gras aan te pas kwam. Altijd goed...

Ok, over naar het voorgerecht

.

Zeg wat je wil van 'bloemetjes zijn zo passé' maar IK vind het mooi. En trouwens: retro is hip. De beignet die je links kan ontwaren, bedekte een Sint Jacobsvruchtje. Daarnaast kan de geoefende kenner een carpaccio van cocquilles ontwaren en daar weer naast een stukje lauwe kreeft. Het rode streepje was rode (!) biet en het gele toefjes gele (!) wortel. Toch fijn als de dingen zo simpel lijken te kloppen. Nog fijner was dat het voorgerecht een streling voor de tong was.

Deze lekkernijen uit de zeer werden trouwens vergezeld van een uitstekende witte wijn uit Valencia waar ik de naam van heb opschreven maar dus ook op het eerder vermelde, vermiste couponnetje.

Moving on: hoofdgerecht.


 
We kregen een heerlijk rosé eendenborstje (echt, perfecte cuisson) vergezeld van wel 10 soorten seizoengroentjes waaronder witloof, gele wortel (die was blijkbaar in promotie), een spruitje (echt letterlijk hé, één spruitje), een worteltje, een geraffineerd mini-preitje, een stukje schorseneer, een boschampignonnetje en een groen toefje waarvan ik veronderstel dat het broccoli was. Bij het vlees werd een fluwelen sausje geserveerd waarbij ik me moest inhouden om het kommetje niet uit te drinken. Opnieuw een voltreffer.

Afsluiter. Bij het aperitief werd ons gevraagd of we na het hoofdgerecht wilden afsluiten met een dessertje of met een selectie kazen. Zo'n dingen bij het aperitief vragen werkt dus niet bij mij en wel om de volgende reden. Wanneer ik nog niet gegeten heb, dan wil ik alleen maar hartige dingen. Na een aantal hartige dingen te hebben verorberd, komt dan onvermijdelijk de drang naar zoetigheid MAAR deze drang is er dus nooit voor het eten zelf. Dus op de vraag van onze vriendelijke gastheer, antwoord ik: kaas graag!


 Fout dus. Niet dat de kaas niet lekker was. Integendeel. superlekker zelfs. (Verschillende soortjes (geit, blauw, oud, frans smeuïg) gepaard gaande met een een mini-rozijnenbrioche en roomboter).
Maar en dit is een grote MAAR: dat dessert!! Wow. Kijk en Kwijl.


Die witte quenelle was het lekkerste, smeuïgste, meeste roomijsachtige muntroomijs dat je ooit geproefd hebt. Daarbij was dan nog een ananasstructuurtje en een 'hint' van kokos (echt maar een hint want die kokos proefde je niet echt).De kletskoppen waren geïnfuseerd met groene thee, hence, de groene kleur.
Ok, de eerlijkheid gebiedt mij erbij te vermelden dat dat ananasdingetje op de achtergrond niet om-van-achterover-te-vallen-zo-goed-was maar dat ijs was het dus wel.
In die mate zelfs dat ik, voor mijn etentje met vrienden de week erna, het heb proberen na te bootsen. Minder geslaagd maar wel nog altijd lekker en fris.

Maar goed. Besluit van de dag. Ondanks het feit dat ik jullie geen superuitgebreide beschrijving kan geven van wat Deux Amis ons op een grijze februari-zondagnamiddag allemaal te bieden had, moeten jullie me echt geloven wanneer ik zeg dat dit restaurant de moeite waard is om je tussen de koeien en hoppescheuten te gaan bevinden.
De gastheer is enorm vriendelijk. Het interieur is strak maar warm (binnen dan hé, het terras buiten zag er wel niet veel soeps uit) en het eten is verfijnd, voldoende en vooral: lékker!

Voor herhaling vatbaar (tenminste, als bomma weer eens trakteert).
La Cravache (Rekkem)

Ik vind eigenlijk niets aan januari (of februari). De feestdagen zijn voorbij, de winter is nog maar net begonnen, de lange, donkere dagen rijgen zich aaneen in een deprimerende, tergend trage mars en het lijkt nog eindeloos te duren vooraleer de lente in zicht is. Wat mij betreft mogen deze maanden aldus van de kalender geschrapt worden. Behalve dan 1 specifieke januaridag en dat is diegene waarop mijn grootouders de hele familie trakteren op een lange, met wijnovergoten, culinair hoogstaande zondagslunch.

De place to be wordt de maanden ervoor angstvallig geheim gehouden maar één ding is zeker: mijn grootouders houden van lekker eten dus de kans op teleurstelling is miniem.

Dit jaar werden we verwacht in gastronomisch restaurant La Cravache te Rekkem. Chef-kok Koen Devos (Ridder in de Truffelorde van de Périgord en lid van de Compagnon de la Toque Blanche) leerde de kneepjes van het vak in de koksscholen van Brugge en De Panne en liep stage bij 7 sterrenchefs (dat zijn dus 7 chefs, niet chefs met 7 sterren). Eind jaren '80 begon de chef zijn eigen restaurant in Menen maar in 1997 verhuisde hij naar een stijlvolle villa te Rekkem, waar het restaurant nu nog steeds gelegen is.

Deze villa ligt aan een eerder drukke baan maar daar merk je, tijdens het eten, niets van. Het etablissement wordt omringd door een prachtige, afhellende tuin waar het in de zomer vermoedelijk heerlijk vertoeven is (nu zijn we januari dus werd er wijselijk voor een plaatsje binnen gekozen). De inrichting van het restaurant is eerder klassiek en niet helemaal meer 'up-to-date' (cfr. veelkleurige marmeren vloer). We namen met zijn allen plaats aan de keurig gedekte, lange tafel en konden genieten van een glaasje bubbels met een wachtbordje.

Het wachtbordje bestond uit vijf hapjes. Het eerste was een warm, romig komkommersoepje dat vlot naar binnen ging. Het kroketje van eendenrillette en het toastje met rauwe en gerookte zalm waren lekker maar niet in de orde 'memorabel' en de mousse van geitenkaas met speculoos was misschien wat eentonig van smaak. Het vijfde hapje was er wel maar kan ik me jammergenoeg niet meer helder voor de geest halen (laat ons in het midden laten of dit te wijten is aan het hapje zelf of aan de hoeveelheid alcohol die werd geconsumeerd)

Bij iedere daaropvolgende gang kwam de vriendelijke serveuze langs met een mand vol broodjes. We hadden de keuze uit een 'klassiek, wit bakje', een broodje met spek of eentje met olijven. Ik koos voor olijven en dat bleek een goede keuze. Het broodje was warm, vers en heerlijk van smaak.

Naar goede gewoonte, werden de hapjes gevolgd door het voorgerecht. Mijn grootouders hadden voor ons de keuze gelimiteerd tot 'coquilles' of  'huisgemaakte foie gras'. Ik koos voor het eerste en kreeg een stijlvol bordje waar een viertal St.-jacobsvruchten geserveerd werden met een zomerse ratatouille en broodkorstjes. De ratatouille was misschien niet helemaal congruent met 'the time of the season' maar smaakte desalniettemin. De zeevruchten smaakten vers, mals en waren gebakken zoals het hoort. De tafelgenoten die voor de huisgemaakte foie gras waren gegaan, kregen deze klassiek gepresenteerd in elegante rondjes  met een briochetoastje en uienconfituur.

De keuze voor het hoofdgerecht bestond uit 'steak' of 'lamskroontje'. Aangezien ik meestal kies voor datgene wat ik zelf niet al te vaak klaarmaak, ging ik voor het lamskroontje. Dit bleek een goede keuze te zijn. Het lamskroontje was rosé gebakken in een kruidenkorstje en (veel) lookboter. Het diertje bracht zijn laatste momenten door in het gezelschap van wilde champignons, krokante groentjes (waaronder sluimererwten), een wortelpureetje en een torentje van dauphinois aardappeltjes, apart geserveerd in een diep bordje.
Mijn tafelgenoten die voor de steak waren gegaan, consumeerden deze, volgens de gevraagde bakwijze,  met verse frietjes, krokante groentjes en een naturelle botersaus.

Vooraleer we konden proeven van het dessert, was er voor de liefhebbers nog keuze uit een ruim aanbod, door de chef geselecteerde, kazen. Uit de professionele voorstelling herinner ik mij een drietal blauwe kazen waaronder een Belgische blauwe en Roquefort; een camembert met calvados, 'de betere versie van brie' (ja, zo werd het gezegd), een lekkere Comté en twee geitenkaasjes. De kaas werd geserveerd op lange, elegante bordjes en kon, desgewenst, gedegusteerd worden op een knapperige rozijnenbrioche. Op de tafel stonden 3 potjes met daarin een perensiroop, een abrikozenchutney en een notenmengeling.

Het dessert was een interpretatie van de klassieker 'Poire belle Hélène'. We kregen aldus een hedendaags dessert waarop kubusjes vanillebavarois zij aan zij lagen met gemarineerde stukjes peer, enkele quenelles van perensorbet en een mousse van frambozen. Met behulp van een mini-kannetje kon het geheel overgoten worden met (eerder koude) chocoladesaus. In de bavarois proefde ik (naar mijn smaak) niet genoeg de vanille door. De perensmaken zaten goed maar (en dit is geheel subjectief) dit fruit behoort helaas niet tot mijn favorieten. De vers gebakken kletskoppen waren dan weer een pluspunt.

Bij de koffie, ten slotte, kreeg elk van ons nog een schaaltje met daarop een notenkoekje (pistache), een macaron van praliné, een mini- crème bruléé, en een stukje Turks fruit (volgens mij van kersen gemaakt). Hoewel het er allemaal heel lekker uit zag, heb ik het meeste aan me voorbij laten gaan wegens een opkomende indigestie.

Het restaurant kreeg dit jaar in de gids GaultMillau een 14/20 en dat is het volgens mij ook waard. Het eten was lekker maar eerder klassiek. Wanneer je gaat voor een degelijke familielunch waar producten met respect worden behandeld maar je niet per sé vernieuwende, culinaire inzichten wenst te verwerven, dan is La Cravache een goed adres.
Wat te eten in... Cyrpus


de laatste zeven jaar ben ik vier keer naar Cyprus afgereisd en dat had natuurlijk te maken met het feit dat je er heerlijk zwoele zomeravonden beleeft, dat het zeewater de temperatuur heeft van een lauw bad, dat je er verborgen, verlaten strandjes vindt tussen de rotsen, dat het er vol staat met mediterraanse olijfbomen en dat je er de prachtigste sterrenhemel ooit kunt aanschouwen.
Maar mogelijks heeft het ook te maken met het feit dat ik getrouwd ben met een half-Cyprioot wiens familie daar woont en het min of meer een morele verplichting is naar daar af te zakken.

Niet dat ik klaag. Cyprus is een heerlijke plek om te vertoeven. En er is eten. Veel eten. Heerlijk eten bestaande uit mediterraanse ingrediënten, van een vertederende eenvoud maar met een overweldigende smaak.

Stel, ik heb je helemaal overtuigd en morgen boek je je ticket naar Cyprus. Dan ben je natuurlijk als liefhebber van al wat lekker is, geïnteresseerd in wat de Cypriotische keuken je te bieden heeft. Daar kan ik in één woord op antwoorden: Mezé.

Mezé vind je hier ook wel natuurlijk. Maar waar onze Griekse restaurants het begrip definiëren als een wat groot uitgevallen wachtbordje, bestaande uit tarama, tzaziki, olijven, feta en komkommers voor de vulling, is mezé in Cyprus een volwaardige maaltijd. Het is meer dan dat. Mezé moet je zien als een hemelse parade van allerlei kleine gerechtjes die non-stop aangevoerd worden en die je laten kennis maken met al wat goed is op de wereld.

Er zijn twee soorten mezé: die met vis en die met vlees. Vrij vertaald als Fish Mezé en Meat Mezé. Wat te verwachten wanneer je één van deze zaken bestelt?

Wel, als eerste gang krijg je (als je goed zit) van dat plat, warm, heerlijk knapperig brood dat smelt in je mond en dat je gebruikt om frisse tzaziki, pittige tahini, kruidige auberginedip of romige tarama mee op te scheppen. (wat de tarama betreft; vergeet het kauwgomroze bocht dat je koopt in onze winkels. Echte tarama is meer beige van kleur en oneindig veel lekkerder). Daarnaast krijg je meestal nog haloumi (een Cypriotische, zoute kaas die heerlijk is wanneer men ze kort gegrild heeft)

Next: de 'voorgerechtjes'. Bij een vismeze bestaan die bijvoorbeeld uit okotpus (inktvis zonder deegjasje), calamares (inktvis met een deegjasje), mossels en van die kleine vis die ze frituren en die je met kop en al in je mond moet schuiven. De vleesmeze heeft ondermeer souvla (mini-brochetjes), keftedes (gehaktballetjes) en lountza (een soort gedroogde ham) in de aanbieding.

Vervolgens zet je je schrap (én je bovenste knop open) want daar komt het 'hoofdgerecht'. In de vismeze wordt dat idealiter gevormd door dagverse, gegrilde vis, besprenkeld met wat citroen. Bij de vleesmeze kun je bijvoorbeeld stifado (rundsstoofpot met paprika en tomaat) verwachten.

Intussen wordt dat knapperige, heerlijke, warme, smeltende brood in truckloads aangevoerd en kun jij blijven dippen, happen en proeven uit alle kommetjes en schaaltjes die op de tafel staan.

Heerlijk. Hemels. Een maal zoals de Griekse Goden het voor ogen hadden toen ze de wereld schiepen.

Maar. En er is een maar. Cyrpus is een hotspot voor Britten en we weten allemaal: waar Britten zijn, is er ondermaats voedsel. Zo ook op Aphrodites' eiland. Een voorbeeld uit het leven gegrepen: afgelopen zomer aten we in de haven van Paphos de ene avond een dagverse vismeze om duimen en vingers bij af te likken. De dag erna streken we neer op het terras van de buurman en kregen we dingen voorgeschoteld waar elke foodie in tranen bij zou uitbarsten. Nimmer heb ik mijn teerbeminde zo ontgoocheld gezien op The Island of Love. Ondermaats voedsel! En dat in het land van zijn voorvaderen. Jammergenoeg dien ik verstek te geven wanneer het aankomt op namen noemen maar wat ik wel nog weet is dat de ondermaatse tent een grote pelikaan of flamingo voor de deur had staan dus tien tegen één dat we hier spreken over 'Flamingo's' of 'The Pelican'. Ja hoor, alle punten voor originaliteit.

Om boven beschreven teleurstellingen tot een minimum te herleiden, enkele goede tips: Flaneer eerst wat rond en kijk waar de Grieken zich neervlijen om te eten. Waar Grieken en Cyprioten zitten, krijg je meestal waar voor je geld. Verder besef ik terdege dat het erg verleidelijk is om plaats te nemen aan de haven, waar je in slippers gestoken tenen net het water niet raken maar als je écht lekker wil eten, zoek het dan toch eens wat meer landinwaarts.

Zo heb ik de beste vleesmeze ter wereld (jaja, ter wéreld!!) gegeten in een onooglijk klein restaurantje waar in geen velden of wegen een toerist te bespeuren viel. Wat we wel aantroffen was een terras met plastieken tafels en dito stoelen, sfeervol tl-licht en een slecht afgestemde radio die enkel geruis en Grieks gebrabbel voortbracht. Toch wisten we dat we goed zaten wanneer we de gestage stroom aan locals hun 'soevla to go' zagen bestellen aan het open raam. En of het goed was. Wanneer mijn vroegtijdige Alzheimer opklaart en ik me in een helder moment de naam van deze hotspot kan herinneren, zal ik zeker niet nalaten deze te posten.

Voorlopig onthouden we: Meze= wat we eten in Cyprus.
Wat te eten in... Ibiza


Een 'traditie' is volgens het woordenboek een 'overlevering van generatie op generatie van gebruiken of gewoontes'. Strikt genomen mag ik het dus geen traditie noemen dat The Husband en ikzelf besloten hebben om ieder jaar in het voorjaar te gaan voorproeven van de zon onder de vorm van een mini-tripje naar het buitenland. Een aangezien we dat voornemen nog maar twee maal gerealiseerd hebben, kan er al helemaal niet van een 'traditie' gesproken worden maar ja: dichterlijke vrijheid blablabla...



Dus: S en S bevonden zich in een typische november-altijd-grijs-altijd-regen-ik-haat-België-bui toen we in een opwelling voor de computer plaats namen en op Ryanair naar een 'verre en goedkope' bestemming zochten. Bleek dat Ibiza te zijn. Niet bepaald my first choice zo op het eerste zicht (spontaan nestelen de Venga Boys zich in mijn hoofd gepaard gaande met tamelijk afschrikwekkende beelden van roodverbrande Nederlanders die bier uit elkaars navel drinken). Desalniettemin, soms is het 'living on the edge' en een vliegtuigticket werd geboekt.

Afgelopen paasvakantie was het na maandenlang verlangen eindelijk zover. Vliegtuig op en richting zon, zee, palmbomen en cava. Zee, check. Palmbomen, check. Cava, dubbelcheck. Zon: not so much. Dat kon echter de pret niet drukken want het mag gezegd zijn: Ibiza is een streling voor het oog. Het eiland stond helemaal in bloei en zover het oog kon reiken, waren er velden vol wilde bloemen en kruiden de zien én te ruiken, konden we genieten van bloeiende amandelbomen en heerlijk geurende pijnbomen. Met een mini-motor verkende we het eiland en het was net alsof de kleur van het water in iedere baai van tint verschilde. Kortom: best wel te pruimen.

Maar genoeg romantisch gezwets over fauna en flora. Waar gaat het hem écht om? Eten en drank natuurlijk. En dat was er. In grote hoeveelheden zelfs. We hadden onderling beslist dat een quotum van minimum één fles cava per dag behaald diende te worden. En dat is gelukt (bleek ook helemaal niet zo'n uitdaging te zijn).

Wat eten betreft, had ik natuurlijk het nodige opzoekwerk verricht. Iedereen kent wellicht de Spaanse 'tapas' maar wie heeft al gehoord van 'pinchos'?

Voor diegenen onder jullie die het nog niet kennen: Pinchos zijn kleine hapjes op prikkertjes (pincho= prikker) die worden uitgestald in de toonbank van een café/bar-achtig iets. De bedoeling is dat je het je gemakkelijk maakt in het betreffende etablissement, iets bestelt om te drinken, een bordje neemt en daar naar eigen zin en vermogen wat pinchos oplaadt. Op het einde van je persoonlijke smulfestijn ga je naar de kassa, worden je prikkertjes geteld en betaal je dus het totaal aan prikkers (reken op 1.40 euro per pincho).

Natúúrlijk, beste lezer, zou je jezelf geen rechtgeaarde Belg mogen noemen als je nu niet spontaan denkt: Wow, daar kun je die eigenaars wel mee in't zak zetten. Helft van de pinchos verdwijnen stiekem in de broekzak en je eet het dubbele van wat je betaalt. Dat is zo. Daar heb je gelijk in. En dat zou je kunnen doen. Maar laten we voor één maal pretenderen dat de wereld geen grijze, donkere plaats is waar wantrouw en bedrog heerst maar dat we met zijn allen leven in een bruine, gezellige, Spaanse kroeg waar jong en oud samen komen om van een hapje en een drankje te genieten en waar we allemaal lief en vriendelijk voor elkaar zijn en iemands ambacht eer aan doen door eerlijk ons deel te betalen.












Afgesproken? Ok, op dan naar El Zaguan. Een pinchosbar in Ibiza-stad (oftewel Eivissa), de hoofdstad van het gelijknamige eiland, Ibiza. Ik had deze tip op het wereldwijdeweb zien passeren als 'verborgen pareltje'. Een typisch, niet van toeristen vergeven etablissement dat zeker en vast zo zou moeten blijven. Gezien mijn twee volgers op dit moment (waaronder één mijn schoonzus is) kunnen we gerust stellen dat El Zaguan omwille van mijn blog niet bepaald overspoeld zal worden door toeristen...

Goed, wat hebben we gegeten? 100 000 verschillende pinchos. Echt, je kan niet stoppen. Daar zit je dan, met je geliefde, in een romantische bui, aan het genieten van een flesje cava met van die heerlijke hapjes zo maar vlak voor je neus tentoongespreid. Ze roepen je: 'Neem mij! Proef mij! Ik beloof dat je me lekker zal vinden!' En dat doe je dan. En masse. En wat gebeurt er nadat je twee borden hebt volgestauwd met de gepresenteerde pinchos uit de toonbank? Uit de keuken komt een vriendelijke serveerster met op haar hand balancerend een bord met verse, warme pinchos waar net toevallig gemarineerde paprika (mmm) in verwerkt zit. Of ze presenteert je een kunstig nestje van aubergine met ricotta en een soort kleine visjes waar je nog nooit van gehoord hebt maar die absoluut moet proeven.
Of wat te denken van een vers inktvisje of een stukje tortilla met aspergers. Of misschien toch liever één van die artisanale kroketjes?
Allemaal even lekker, verleidelijk én insipirerend. Want sinds kort heb ik er een nieuw favoriet, snel hapje bij voor als er op het onverwachts volk over de vloer komt. Schaamteloos gekopieerd uit El Zaguan, geen werk, vrijwel kosteloos en superlekker. Recept volgt later!

Tapasbar, move over. Here comes the pinchosbar!