29 januari 2014

Over Don Quichot, vallen en weer opstaan

Allerhande cowboyverhalen doen de ronde over sport en hoe dat je gelukkig kan maken. De mediërende factor hier zouden 'endorfines' zijn. Een soort van natuurlijke drugs die je hersenen vrijgeven tijdens het sporten waardoor pijn onderdrukt wordt, je je minder vermoeid voelt en algemeen beschouwd dus gelukkiger bent.
 
Er bestaan mensen die graag uitspraken doen als 'Goh, man, lopen is toch ZO verslavend, ik kan écht niet meer zonder!'
Zo'n mensen zijn eerder griezelig en kijk je best niet rechtstreeks in de ogen. Ik, persoonlijk, zou met geen stokken te bewegen zijn wanneer je van hangen in de zetel en brownies eten strak en slank zou worden.
Maar dat is dus niet het geval en daarom ga ik lopen. Niet altijd met even veel goesting maar wel plichtsgetrouw. Toegegeven, achteraf voel ik me steevast blij en opgeruimd maar dat kan evengoed te maken hebben met het feit dat ik 'er weer vanaf ben voor een paar dagen'.

 
 
Echter.
 
Af en toe gebeurt het wel degelijk dat mij tijdens het lopen een soort van euforie overkomt. Je voelt het al tijdens de eerste meters: de benen zitten goed, je hebt een vlot ritme te pakken, de muziek in je oren is aanstekelijk. Kortom je lichaam werkt als een perfect-geoliede machine. Je voelt je atletisch, sterk, gezond en onkwetsbaar. Het sporten gaat gepaard met iets wat verdacht veel op 'plezier' lijkt.
 
Zo ook vrijdagmorgen laatstleden. Het lopen ging fantastisch vlot, de douche achteraf was verkwikkend en het weekend stond voor de deur. Dus sprong ik energiek op mijn fiets en peddelde aan een rotvaart richting werkplek (ik voelde me nog steeds atletisch en goed-geolied). Nu had ik die morgen al wel een paar keer op de radio horen passeren dat de wegen er gevaarlijk glad bij lagen en dat iedereen dus een beetje moest opletten. Om de één of andere reden besloot ik daar absoluut geen aandacht aan te schenken, nam ik gezwind mijn bocht en ging vervolgens keihard op mijn bek.
 
Hierbij enkele bedenkingen over 'vallen':
 
- Heb je ook al gemerkt dat, wanneer je valt, je in die extreem korte tijdsspanne toch altijd de tegenwoordigheid van geest lijkt te hebben om tegen je zelf te zeggen: 'Shit, ik ben aan het vallen'? Vreemd fenomeen, vind ik dat.
 
-  Als ik val, dan doe ik dat bij voorkeur op plaatsen waar veel mensen zijn. Die vrijdag koos ik voor een zeer strategisch kruispunt waar s' morgens heel mijn hometown passeert, op weg naar de autostrade.
 
- Ondanks die zorgvuldig uitgekozen plekken, valt het me op dat er zelden iemand zal stoppen om te vragen of het een beetje met je gaat. Dat is een meevaller omdat ik op zo'n moment niet per sé in de spots hoéf te staan.
 
- Behalve vrijdag. Het betrof dan ook een eerder spectaculaire val. Mijn fietsband schoof weg over een ijsplek waardoor ik met mijn heup tegen de grond kwakte (waarlijk een prachtig kleurenspel ter grootte van een meloen siert mijn rechterdijbeen momenteel), daarna boorde het stuur van de mountainbike zich in mijn ribben om tenslotte met mijn hoofd tegen de stoeprand te slaan. Kwestie van het hele gebeuren nog dat tikkeltje méér mee te geven, koos ik ervoor neer te gaan ter hoogte van een wegverzakking waar zich een plas modder en gruis met een diepte van 15 centimeter had opgehoopt. 
 
Het beeld dat je nu eventjes voor ogen moet nemen: ik, in kreukels op een kruispunt, een fiets onder mij (waarschijnlijk met zo'n wiel dat maar blijft draaien), natte strengen haar tegen mijn hoofd geplakt en een gezicht dat beklad is met zwarte vegen modder.
Op dat flatterende moment stopt een auto, draait een mevrouw haar raam open en maakt volgende scherpe observatie: 'Zije gevallen tè?'
Wat zeg je daarop? 'Nee, ik ben een beetje aan het uitrusten...'
Dat doe je niet want die mevrouw is duidelijk een lief mensen-exemplaar, begaan met haar soort dus   mompelde ik: 'Ja maar 't zal wel gaan hoor, bedankt'.
 
Nu, los van de gekneusde rib, gaat het allemaal prima dus waarom vertel ik dit allemaal?
 
1. omdat mensen die tegen dek gaan altijd grappig zijn (net zoals dansende huisdieren en kindjes die van de trampoline vallen) en we allemaal een beetje humor kunnen gebruiken in deze donkere maanden.
2. omdat ik een parallel wil trekken naar een recente faalervaring in de keuken.
 
Net als op mijn fiets vrijdagmorgen, heb ik de laatste tijd de neiging nogal overmoedig te zijn op culinair vlak. Een zeker zelfvertrouwen heeft zich in mij genesteld waardoor ik denk dat, alles wat ik onderneem, een smaakvol succes wordt.
Wanneer ik iets wil maken, dan gaat daar eerst een bepaald denkproces aan vooraf. Toegepast op de specifieke faalervaring:
 
Zondagmiddag. Zus komt op bezoek. Ik denk: 'Ik wil iets voor bij de koffie. Pannenkoeken zijn altijd lekker maar ik wil niets dat vergeven is van suiker en vet.' Idee: ik maak van die Amerikaanse 'pancakes' maar dan met pompoenpuree in plaats van suiker en boter en ik vervang de bloem door havermoutbloem'.
Vervolgens sla ik aan het googelen op van die gezonde hippie kookblogs waar zeewier en onkruid ten overvloede bejubeld worden, maak ik een synthese van de meest aantrekkelijke recepten en ga ik aan de slag.
Een halfuurtje later ben ik ronde dingen aan het afbakken die er wel degelijk uitzien als 'pancakes'.

 
 
Zuslief (ok, toegegeven, niet bepaald een avonturier op smaakvlak) komt binnen, breekt een stuk pancake af en kotst de hele boel nét niet weer uit.
 
Ik stamel: 'Jah ,euhm, tis met pompoen, maar ze zijn héél gezond hoor...' en snij met een rood hoofd vlug een plakje botercake in stukken..

 
 
'Waar zit nu de parallel?', hoor ik u denken. Wel, die is ver te zoeken. Maar ergens heeft het te maken met af en toe op je bek (kunnen) gaan en dat dat eigenlijk niet erg is. Dat je zo'n dingen wel overleeft. Dat je daar zelfs waardevolle lessen uit kan trekken. In mijn geval:
 
Les 1. Het is niet omdat je 'on a runners' high' bent, dat je immuun bent voor ijsplekken op de weg. Een minimum aan voorzichtigheid is altijd aangewezen.
Les 2: Winterbanden zijn ook praktisch op tweewielers.
Les 3. Sommige zaken in het leven zijn nu eenmaal niet geschikt om in een gezonde versie te gieten. Pannenkoeken zijn wat ze zijn: gebakken plakjes vet en koolhydraten, bestrooid met suiker en dat is OOK goed.
Les 4: Een dergelijke filosofie past perfect in mijn voornemen voor 2014, namelijk om te stoppen met vechten tegen windmolens en de dingen te aanvaarden zoals ze zijn.  
Les 5: Iets wat niet bijzonder lekker is, kan er wel nog altijd smakelijk uitzien. (Geef toe?)
Les 6: Als je iets dik besmeert met Nutella, dan wordt het altijd lekker.
 
Behalve kak, denk ik.
 
Mocht je alsnog de behoefte voelen om een pompoen-pancake te bakken, dan raad ik aan te vertrekken vanuit een basisrecept voor pannenkoeken (dus bloem, eieren en melk) en daar een beetje pompoenpuree aan toe te voegen. 
Succes ermee.

Ps: op de laatste foto zie je hoe ik de hele boel nog heb proberen te redden door er een sausje van Griekse yoghurt en honing op te smeren. Helaas.

 





7 opmerkingen:

  1. Top weer! Je schrijft (en kookt ) als de beste!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hahaha.
    Valt kak wel in te smeren met nutella?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hilarisch Stefanie! Ik heb je blog via via ontdekt, was me totaal niet bewust van je TV-bekendheid (gezien ik TV uit mijn leven heb geband :)) - maar ik moet wel hartelijk lachen om je verhalen. Waar is den tijd? ;)
    Goe bezig. Blijven gaan! Iris uit 'Gullegem' maar ook een beetje uit Gent

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. :) Hey Iris. Ja, lang geleden. Bedankt voor het mooie compliment.

      Verwijderen